Whatsapp Facebook X RSS feed

Help, ik word geïnterviewd!

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Peter Voskuil, vrijdag 1 januari 2021
528 sec


Waarom geïnterviewd worden veel moeilijker is dan interviewen

Journalisten, redacties, 'de media' - je wordt er af en toe doodmoe van. Maar ze kunnen soms ook verrekte handig zijn om een bepaalde boodschap te verspreiden. Samenwerken is daarom vaak een noodzakelijk kwaad. Maar hoe pak je de zaken het beste aan als je ineens een journalist aan de lijn hebt? NWST geeft tips en een kijkje achter de schermen.

Het team van NWST
Het team van NWST

Je komt ergens, krijgt koffie, pakt je blocnote en pen en kijkt op naar de overkant van de tafel. Daar zit de geïnterviewde. Handen over elkaar, afwachtend, met zo'n blik van: zeg het maar. Iedere journalist herkent dit beeld en weet dan dat hij een moeilijke middag tegemoet gaat.

Toveren

'Veel geïnterviewden', zegt uitgever Alberto Palsgraaf, 'denken dat journalisten kunnen toveren. Vooraf zijn de verwachtingen vaak hooggespannen. Automatisch wordt aangenomen dat journalisten feilloos aanvoelen hoe de geïnterviewde het artikel hebben wil. Maar zo werkt het natuurlijk niet. De journalist schrijft op wat jij vertelt. Je moet je verhaal dus voorbereiden.' Hoofdredacteur en uitgever Hein van Iersel: 'Tijdens interviews zeg ik vaak: "Wat jij me niet vertelt, kan ik ook niet opschrijven." Als vakblad willen wij gelezen worden. Dat houdt volgens mij ook in dat een verhaal een beetje schuurt en kritisch is. Ik denk dat dit doorgaans ook in het belang is van de geïnterviewde.' Lezers prikken genadeloos door mooiweerverhalen heen. Niemand zit volgens Van Iersel te wachten op een brave nietszeggende foldertekst die je na twee alinea's al voor gezien houdt. Een objectief gebrachte boodschap is vaak veel overtuigender. In de dagelijkse praktijk van een vakblad dat leeft van de samenwerking met marktpartijen kost het echter veel moeite iedereen daarvan te overtuigen. Redactiecoördinator Peter Jansen: 'Iedereen wil dat we objectief en kritisch zijn. Totdat ze zelf worden geïnterviewd.'


Hein van Iersel is directeur van NWST en hoofdredacteur van de vakbladen.
Geïnterviewd worden is niet altijd makkelijk. Redacteur Karlijn Klei van Stad+Groen heeft wel wat tips voor mensen die weinig ervaring hebben me journalisten. 'Negen van de tien keer zal het onderwerp van het verhaal vóórdat het interview plaatsvindt al besproken zijn. De journalist zal zijn of haar best doen het gesprek zo goed mogelijk voor te bereiden, om zo díe vragen te kunnen stellen om tot een leuk artikel te komen. Als geïnterviewde ben je natuurlijk dé informatiebron. Voor een soepel gesprek kan het dus prettig zijn het onderwerp alvorens het interview voor jezelf nog even goed helder te hebben. Heb je alle informatie paraat of weet je waar je het kan vinden, en zijn er wellicht al wat mooie plaatjes van? Denk ook eens na over waarom jullie tot dit onderwerp gekomen zijn: wat maakt het zo bijzonder? Waarom vind jij dat dit onderwerp een artikel verdient? En wat mag daaraan ook vooral niet ontbreken? Denk eraan: als de journalist het niet weet, kan die het ook niet opschrijven. Is er geen onderwerp besproken? Denk dan bijvoorbeeld na nieuwe of bijzondere ontwikkelingen die je met de journalist kan delen. Door ook als geïnterviewde alles vooraf goed op een rijtje te hebben, ga je het gesprek zeker in, kan de journalist je het spreekwoordelijke hemd van het lijf vragen en rolt er ongetwijfeld een leuk artikel uit.'

'Iedereen wil dat we objectief en kritisch zijn. Totdat ze zelf worden geïnterviewd.'

Overval

Een zeker overvaleffect bij interviews hou je echter altijd, weet uitgever Palsgraaf. 'We hebben bijvoorbeeld heel veel verhalen die worden uitgesteld. Dan bellen we volgens afspraak drie weken van tevoren, maar dan blijkt het niet uit te komen. Vaak is het dan zo dat ze eigenlijk niet goed weten wat ze willen vertellen en er daarom maar voor kiezen het nog even uit te stellen. Onze taak is dan om die mensen te helpen.' Journalisten visualiseren artikelen vaak; ze hebben het artikel inclusief fotografie en kop al voor ogen. Geïnterviewden kunnen dat net zo goed doen en proberen om de redactie daarvoor te winnen.


Jip en Janneke

Na het interview is het aan de journalist om een aantrekkelijk artikel te schrijven. Uitgangspunt van de redactie is voor iedereen begrijpelijke en aansprekende verhalen te maken. Soms is dat ingewikkeld: een vakman die niet uit de branche komt, moet het blad zonder problemen kunnen lezen, maar tegelijkertijd moeten vakmensen ook niet beledigd worden of verveeld raken door jip-en-janneketaal. Willemijn van Iersel, sinds 2017 in dienst bij NWST en redacteur voor De Hovenier, legt uit hoe zij te werk gaat: 'Nadat het interview heeft plaatsgevonden, ga ik als redacteur aan de slag. Internet uit, Word open en typen maar. Ik broed het liefst meerdere dagen op mijn tekst zodat ik het af en toe kan wegleggen, om zo tot het beste eindresultaat te komen. Wanneer ik het gevoel heb dat ik de ultieme versie op papier heb mail ik de geïnterviewde deze versie. Zo kan hij of zij een finale check doen op feitelijke onjuistheden.'


'Een veelgemaakte denkfout bij geïnterviewden is dat zij op de stoel van de redactie gaan zitten'

Nalezen

Journalisten stellen aan het nalezen twee eisen: controleren op feitelijke onjuistheden (klopt alles?) en een tijdige reactie. Dit proces staat ook uitgelegd in de spelregels van de redactie. In de praktijk grijpen veel geïnterviewden dit stadium echter aan om meningen 180 graden bij te stellen, allerlei maren en mitsen toe te voegen en hele stukken tekst te schrappen, terwijl alles exact op lengte geschreven is. Willemijn van Iersel: 'Een veelgemaakte denkfout bij geïnterviewden is dat zij op de stoel van de redactie gaan zitten. Zo gaan ze tekst toevoegen of feiten die wel degelijk zijn genoemd weghalen. De correcties waar ik mij als redacteur in kan vinden voer ik door, overige laat ik onveranderd. Als redacteur heb ik toch de touwtjes in handen.' Soms duurt het dagen voordat er überhaupt een reactie komt, terwijl journalisten bijna altijd strakke deadlines hebben. Omdat het nalezen van een tekst op feitelijke onjuistheden hooguit twintig minuten duurt, hanteren gevestigde kranten en bladen daarbij soms een strenge regel: geen reactie binnen de gestelde deadline geven, betekent dat de geïnterviewde het kennelijk niet belangrijk genoeg vindt om te reageren.


Alberto Palsgraaf en Peter Jansen.
NWST gaat daarbij iets genuanceerder te werk. Van Iersel: 'Iets zeggen in een interview is een, maar als je het daarna zwart op wit terugleest, is het toch net iets anders. Ik neem altijd ruim de tijd voor een discussie over een concepttekst. Maar ik ben soms wel wat strenger voor de directeur van een groot bedrijf dan voor een eenpitter die nog nooit contact met de pers heeft gehad.' Van Iersel legt de geïnterviewde vaak uit wat zijn belang is bij een goed journalistiek verhaal en waarom bepaalde zaken extra aandacht krijgen. 'Dat is geen sensatiezucht - ook al wordt dat wel eens als zodanig gezien - maar een doodnormale journalistieke praktijk. Als wij bepaalde citaten gebruiken of zaken benadrukken, moet dat altijd tot doel hebben het achterliggende verhaal duidelijk te krijgen. Ik neem graag de tijd om met geïnterviewden te overleggen over de opzet van een artikel. Maar een ding moet duidelijk zijn. Uiteindelijk bepalen wij of we iets publiceren.'

Feitelijke onjuistheden - dingen die niet kloppen - worden uit de tekst gehaald. Over opmerkingen over stijl en opbouw of andere opmerkingen wordt zorgvuldig nagedacht. Maar uiteindelijk beslist de redactie op welke manier dingen worden geformuleerd. Na deze stap gaat het artikel nog langs de eindredactie én de corrector. Zo weet NWST zeker dat het artikel foutloos in de bladen en op de websites te lezen is.

Explosieve groei online

Bij het schrijven voor internet is het verloop veel hoger dan in het blad. Het nieuwsaanbod op de websites wordt zo divers mogelijk gehouden. Algemeen nieuws wordt in de gaten gehouden, maar ook voor leuke producten en nieuwe materialen is volop plaats. In het algemeen wordt vakspecifieke informatie het beste gelezen. Absolute toppers zijn fusieberichten en - helaas maar waar - faillissementen. Google Analytics en het content management systeem van NWST zijn belangrijke hulpmiddelen om te kijken hoe de online content wordt ontvangen, bijvoorbeeld of een artikel veel wordt gelezen.


Nino Stuivenberg, sinds 2016 werkzaam bij NWST, is vakredacteur voor Fieldmanager en Greenkeeper. Hij heeft de websites van de vakbladen de laatste jaren sterk zien groeien. 'Je kunt het je anno 2021 als vakblad niet meer veroorloven om naast een gedrukt blad geen actuele website te hebben. We steken als redacteuren daarom veel tijd in het bijhouden van de websites. Online is het vooral belangrijk om met korte, actuele berichten te komen en zo lezers op de hoogte te houden. De berichten zijn vaak een stuk korter dan de longreads in het blad: die hebben vaak meer verdieping en achtergrond. Daarnaast proberen we ook met onze tijd mee te gaan en investeren we in sociale media. Je ziet dat we daar heel snel vooruitgang mee boeken. Ik denk dat we daar de komende jaren alleen maar verder mee zullen groeien.' Dat betekent volgens hem niet dat de papieren versie van de bladen snel zal verdwijnen. 'Volgens mij is het nog altijd een waardevolle toevoeging door de diepgang en vakartikelen die we daarin plaatsen.'

Het nieuwste redactielid bij NWST is Meike Wessels, verantwoordelijk voor de bladen Boomzorg en Boom in Business. Haar eerste indruk van het werk in de groene sector is positief. 'Ik ben, ondanks dat ik begon in coronatijd, goed ontvangen door collega's en ervaar NWST als een open en gemoedelijk bedrijf waar veel mogelijk is. Er is veel ruimte voor eigen input en ik word geholpen en gestuurd waar nodig. Elke dag is voor mij een leerschool: niet alleen qua werkzaamheden, ook wat betreft materie. Geen dag is hetzelfde - of saai. Dat vind ik leuk aan deze baan.' Als vakredacteur werkt Wessels nauw samen met de partners van NWST. 'Ons partnermodel is een sterke manier van werken waarbij je goed de samenwerking zoekt met de sector, in plaats van er alleen over te schrijven. Je bouwt op deze manier ook een stevig netwerk op van professionals. Het is soms nog even zoeken, maar dat is een kwestie van tijd. Ik kijk ernaar uit om bijzondere verhalen uit de sector te vertellen en nieuwe mensen te leren kennen.'

Rik Groenewegen werkt als accountmanager voor NWST.

Spammen

Input voor de sites en bladen wordt onder meer uit persberichten gehaald. Die druppelen via de mailbox de hele dag door binnen. 'Insturen loont altijd', tipt operationeel manager Peter Jansen. Van bijna elke bericht wordt minimaal een webbericht gemaakt. Desondanks zijn marktpartijen in de praktijk nogal terughoudend. Die hebben de neiging zelf al te beoordelen of iets interessant is of niet. Mijn advies is echter: opsturen die handel; dan komt het wel goed.' Palsgraaf: 'Spam ons maar!'


Palsgraaf vervolgt: 'De best gelezen verhalen zijn toch vaak de human interest-verhalen. Neem bijvoorbeeld een onkruidmachine. Heel leuk om te vertellen dat het apparaat zes pk en zeven wielen heeft, maar het verhaal hoe dat ding ontstaan is, het anekdotische, doet het vaak beter. Klanten realiseren zich dat niet altijd. We vinden het allemaal mooi om te lezen hoe groen het gras bij de buurman is. Wees dan de buurman.' Peter Jansen: 'Wij willen gewoon een goed blad maken.'

Jansen is als operationeel manager de leidinggevende spil op de redactie. Hij geeft opdracht artikelen te schrijven, brieft freelancers en houdt in de gaten of alles op tijd binnen en publicatieklaar is. Het hele proces van inhoud en opmaak ligt op zijn bordje. Hij doet dat voor zeven titels tegelijk, die allemaal zes tot acht keer per jaar verschijnen. Met alle eenmalige uitgaven erbij rollen er bijna elke week een of meerdere bladen van de pers. Daarnaast werd onlangs het online platform Sportsturf.eu gelanceerd, gericht op de internationale markt voor sportgrassen.

Groen = geel

NWST lanceerde in 2018 een nieuwe vormgeving. Marie Cecile Oosterhout, die samen met Tessa Benders als Studio Bont de vormgeving van de bladen verzorgt, heeft die in overleg met Van Iersel ontwikkeld. Oosterhout: 'De bladen worden frisser, met meer wit.' Een sleutelrol bij elk artikel speelt het illustratiemateriaal. Is het beeld - en met name de hoofdillustratie - goed, dan is de tekst uitnodigend om te lezen. NWST is daarbij vaak afhankelijk van wat er aan fotomateriaal aangeleverd wordt. Regelmatig komt het voor dat foto's onscherp, te donker of te laag van resolutie zijn. 'Dan wordt er snel wat van internet geplukt, terwijl er tegenwoordig met iPhones al heel acceptabele foto's te maken zijn', vertelt Oosterhout. Dan zegt ze, met enige relativering: 'Maar goed, ik weet dan weer niet hoe je een boom moet snoeien.'


Omdat het steeds drukker wordt en de zaken goed gaan, wordt er vaak tegen de deadline aan gewerkt (of soms zelfs iets eroverheen). Dan is het stressen om op tijd naar de drukker te gaan. De indeling van het blad wordt bepaald, de laatste nieuwtjes en advertenties worden nog toegevoegd. Van Iersel bemoeit zich op die momenten intensief met de bladen. Niets ontsnapt aan zijn oog. Het blad gaat pas weg als hij zijn akkoord geeft.

Alberto Palsgraaf in gesprek met Lieke van der Weijde.

Antenne

Uitgever Alberto Palsgraaf is ondertussen verantwoordelijk voor de verkoop. Redactioneel heeft hij een zogeheten antennefunctie - hij komt op veel plaatsen en signaleert interessante onderwerpen om over te schrijven. 'Ik zorg dat het netwerk groter wordt. Journalisten cirkelen vaak in hetzelfde netwerkje rond.' Palsgraaf heeft sinds 2016 hulp bij de acquisitie. Rik Groenewegen is aangenomen als junior accountmanager in de binnendienst. Volgens Groenewegen heeft het werken voor special interest-bladen een bepaalde charme. 'Ooit was er een klant die mij zelfs bedankte voor het plaatsen van een advertentie. Dat heb ik tot nu toe nog nergens anders meegemaakt.' Groenewegen heeft bij een aantal andere uitgeverijen gewerkt en kan zodoende de vergelijking maken. Wat hem opvalt, is de prettige sfeer die in de sector hangt: 'Natuurlijk wordt er hard gewerkt in de sector, maar er lijkt toch meer respect voor de ander dan in veel andere sectoren.'


'Spam ons maar!'

Sinds begin 2020 worden Palsgraaf en Groenewegen ondersteund door Huub Snijders. Hij heeft veel ervaring in de tuinbouw en met het verkopen van advertenties. 'Mijn taak is dat ik, samen met de partners, hun business verder ga ontwikkelen. Ik zie dat als een tandemfiets. Met zijn tweeën werk je altijd beter en sneller', legt Snijders uit. 'Ik werk een keer in de twee weken op vrijdag op de redactie in Nijmegen. Voor de rest werk ik vanuit huis. Ik heb een groot netwerk in de tuinbouw en sierteelt en zet dat zo goed mogelijk in.' Snijders houdt zich vooral bezig met Boom in Business. 'Wat meer business in Boom in Business', zegt hij lachend. 'Maar ik ga me op alle bladen richten.'

Ruggengraat

De ruggengraat van NWST wordt gevormd door officemanager Lieke van der Weijde en administrateur Harry Hijmans. Zij regelen zaken als facturen, de invulling van de partnerschappen, congressen, abonnementen, traffic (binnenhalen advertenties) en websitebeheer. Lieke van der Weijde is vooral verantwoordelijk voor de contentpartners van NWST. Het woord adverteerder is bij NWST inmiddels een verboden woord. Van der Weijde: 'Onze partners investeren veel geld bij ons en mogen dan verwachten dat wij hen ook actief bijstaan om hun boodschap naar buiten te brengen.' Van der Weijde beheert daarom onder andere een agenda waarin de redactie bijhoudt hoe vaak partners worden gebeld. Doel daarvan is ontwikkelingen in de markt die niet als persbericht worden opgestuurd, op de website te krijgen. Ook neemt ze de verantwoordelijkheid voor de events op zich. Het organiseren van een event lijkt heel makkelijk, maar is vaak lastiger dan het samenstellen van een magazine of website, omdat er ontzettend veel zaken samenkomen en alles tot in de puntjes verzorgd moet zijn.


Tien gouden tips

1) Journalisten toveren zelden. Wat jij vertelt, is het verhaal.
2) Bereid je voor. Wat is de boodschap die je wilt uitdragen?
3) Neem de tijd om je verhaal te doen; laat je niet overvallen.
4) Doe je verhaal in hoofdlijnen. Zorg voor enkele oneliners.
5) Jij hebt de kennis in pacht. Niet de journalist, die vat samen.
6) Verlies je niet in technische details (mensen lezen over mensen).
7) Teksten nalezen is geen probleem. Maar weet wat je positie is.
8) Denk niet te snel: 'dat weet iedereen al van mijn organisatie'.
9) Help met goed illustratiemateriaal; het is in je eigen belang.
10) Praat niet off the record, maar probeer wel vrijuit te spreken.

LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

Tip de redactie


ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
De vier beloftes van NWST
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Abonneren
Adverteren
MEER
Whitepaper 'Alle hoveniers aan de laadpaal'
Groenversneller
Green Gala deelname
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
CONTENTFORMULIEREN
Circulair Spelen Award
Nieuwe planten in Business
Groene Sector Vakbeurs 2025
Nationale Klimaat Expo 2024
Vakblad De Hovenier: Projectenparade
Vakblad Stad + Groen: Groen, groener, groenst
Vakblad Boom in Business: Projectenparade
Vakblad Boomzorg: Spraakmakende boomprojecten
Vakblad Fieldmanager: Perfect Pitches in projectenparade
Vakblad Greenkeeper: gave projecten op de golfbaan
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER
CONTENTFORMULIEREN